Giuseppe Verdi: Don Carlos
Don Carlos (1867) is één opera in vijf bedrijven gecomponeerd door Giuseppe Verdi (1813-1901) op een Frans Libretto van van Camille du Locle en Joseph Méry, gebaseerd op het toneelstuk Don Carlos, Infant von Spanien van Friedrich Schiller
De Italiaanse componist Giuseppe Verdi (1813-1901) schreef zijn Don Carlos (1867) voor de opera in Parijs. Het werd een zogenaamde ‘Grand opera’, want die waren in die tijd in Frankrijk in de mode. Grand opera’s werden gekenmerkt door grote balletten, pompeuze decors en uitgebreide orkesten en koren. De Franse uitvoering van Don Carlos duurde meer dan 4 uur. Later bewerkte Verdi zijn opera voor Italië. Het verhaal van de opera is gebaseerd op het boek Don Carlos dat zich rond 1550 afspeelt in Spanje en geschreven werd door Friedrich von Schiller (1759 – 1805). (De opera werd ten tijde van het regime van Franco verboden.)
Bij het graf van Karel V zoekt diens kleinzoon Don Carlos (tenor) naar troost. Zijn geliefde Elizabeth (sopraan) heeft hem de bons gegeven en is in het huwelijk getreden met Don Carlos’ vader: Filips II (bas). Carlos krijgt ruzie met zijn vader als hij getuige is van de voorbereidingen van een massale slachtpartij van ketters. Carlos eist zijn vrijheid op en vraagt bovendien gouverneur te mogen worden van de provincie Nederland. Plots verschijnt een opgewonden Elizabeth met de mededeling dat haar juwelen zijn gestolen. Filips blijkt in het bezit te zijn van haar schatkistje waarin zich ook een portret van Don Carlos bevindt. Later zit Elizabeth bij het graf van Karel V, wachtend op Carlos. Dan verschijnt een mysterieuze monnik, waarin we de doodgewaande Karel V herkennen, die zich had teruggetrokken in een klooster. Deze zal Carlos in bescherming nemen.
Hoogtepunten: Je l’ai vu, Dieu tu semas, L’infant Carlos, Elle ne m’aime pas en C’est mon jour