De lijdensweg van Christus, zo meesterlijk verklankt in Liszts Via Crucis, eindigt in Gubaidulina’s witte wereld van sneeuw en kou. Waar belanden we, in de hemel of in de hel?
De 14 staties van de kruisweg zijn in de regel evenzovele schilderingen of reliëfs, die elk een moment uit de lijdensweg of het stervensproces van Jezus uitbeelden. De meeste zijn Bijbels gefundeerd. Vijf andere zijn in de loop der eeuwen – wellicht onder invloed van de middeleeuwse passiespelen – aan de volksvroomheid ontsproten. Het zijn: de drievoudige val van Jezus onder het kruis, de ontmoetingen van Jezus met zijn moeder en met Veronica, de legendarische heilige, die Jezus’ gezicht tijdens de kruisweg zou hebben afgewist met een doek.
De introductie van Via Crucis begint met de Gregoriaanse hymne Vexilla Regis prodeunt, Fulget Crucis Mysterium: de banieren van de Koning komen tevoorschijn, het Mysterie van het Kruis licht op.
In het eerste gedeelte van de introductie wordt een eenstemmige versie afgewisseld met een eenvoudige harmonisatie van de gregoriaanse hymne. In het tweede gedeelte vanaf maat 51 beluisteren we een polyfone verwerking van het kruismotief. Aan het slot beluisteren we al iets van de chromatiek die later zo belangrijk wordt. De tekst is nu: O Crux ave, spes unica: Gegroet, o Kruis, onze enige hoop.
Statie 1: Jezus wordt ter dood veroordeeld
Het heftige fortissimo werkt als een regelrechte schok. Dissonante akkoorden verbreken abrupt de verstilling waarmee de eerste statie zo sfeervol eindigde. Aan het einde zingt de bariton de bekende woorden van Pilatus: ik ben onschuldig aan zijn bloed. In de versie voor piano solo wordt deze frase uiteraard wel gespeeld maar de luisteraar moet de tekst er bij denken.
Statie 2: Jezus draagt zijn kruis
De duistere tremolo-achtige figuren in de linkerhand suggereren de last van het Kruis. De monotonie van het ritme tijdens de laatste zeventien maten roept het beeld op van het moeizaam torsen van het Kruis. Voordat de laatste 17 maten inzetten horen we nog eens het kruismotief en de daarbij behorende tekst: Ave Crux.
Statie 3: Jezus valt voor de eerste keer
Een dramatisch, dissonant begin, dat zich in één maat beweegt van piano naar fortissimo, wordt gevolgd door een ijle, slechts tweestemmige zetting van de Gregoriaanse hymne Stabat Mater Dolorosa, in een verstild pianissimo. De parallelle consonante tertsen van deze hymne werken als een verademing na het zo dissonante begin.
Statie 4: Jezus ontmoet zijn heilige moeder
Deze statie is ongetwijfeld een van de hoogtepunten van deze cyclus. Het dissonante akkoord waarmee deze statie opent is niet verklaarbaar vanuit de klassieke akkoordenleer. Alan Walker denkt eerder aan een opeenstapeling van kwart-intervallen: f – bes – es(dis) – g – cis. Dit wonderlijke akkoord in enge ligging lost niet op: er volgt een moeizame, chromatische stijging van secunden, die uiteindelijk culmineert in de driegestreepte D.
Reinbert de Leeuw heeft er op gewezen, dat Liszt gedurende de eerste 17 maten elf tonen gebruikt maar de twaalfde toon als het ware steeds uitspaart tot het moment dat deze toon, waarnaar de luisteraar – zoals ik Reinbert eens hoorde formuleren – onbewust naar verlangt, uiteindelijk tot klinken komt in maat 18. Maar dan wel: pianissimo en dolcissimo. Dit is een magisch moment: het Lijden raakt even op de achtergrond. Reinbert beschouwt dit wonderlijke moment als bijna euforisch. Ik denk zelf misschien eerder aan een benedictie. De resterende maten houden deze serene sfeer tot het einde vast.
Statie 5: Simon van Cyrene helpt Jezus met het dragen van zijn Kruis
De b waarmee deze statie begint was een onderdeel van het akkoord waarmee statie 4 eindigde. Evenals in statie 2, symboliseert het monotone ritme het moeizame voortslepen van het Kruis. De eerste 33 maten brengen harmonieën, die nergens een oplossing vinden.
Statie 6: de Heilige Veronica
Na een expressief eenstemmig begin beluisteren we een variant van het Kruismotief. Opmerkelijk is dat in maat 5 en 6 het motief b – a – c – h – verschijnt. Iets later volgt een prachtige vierstemmige zetting van het Lutherse koraal O, Haupt voll Blut und Wunden. Dat is toch wel merkwaardig voor een uitgesproken katholiek als Liszt. Ik denk dat we alleen hieruit al mogen afleiden hoezeer Liszt een ruimdenkend mens was! Het naspel van acht maten fungeert als een zinvolle voorbereiding tot en overgang naar de volgende statie.
Statie 7 Jezus valt voor de tweede keer
We beluisteren dezelfde muziek als in statie 3 maar uitgezonderd de eerste noot een halve toon hoger. De harmonieën benadrukken de wrange sfeer. Hier schrijft Liszt geen crescendo naar fortissimo voor, maar een abrupt fortissimo. We beluisteren wederom het zoveel milder klinkende Stabat Mater dolorosa, eveneens een halve toon hoger. Het pianissimo wordt zelfs nog gevolgd door een perdendo.
Statie 8 De vrouwen van Jeruzalem
Dit is een van de staties waarin stoutmoedige chromatiek allesbepalend is. Na 22 maten beluisteren we Jezus, die volgens het Evangelie van Lucas gezegd zou hebben tegen de vrouwen van Jeruzalem: Dochters van Jeruzalem weent niet over Mij, maar over uzelf en over uw kinderen. De statie wordt besloten met een twaalftal maten, waarin de suggestie opgeroepen wordt van trompetten, die het Laatste Oordeel aankondigen. Frappant hoe deze statie met een bitter dissonant akkoord eindigt.
Statie 9 Jezus valt voor de derde keerEen kleine terts hoger, vergeleken met statie 7. Het Stabat Mater verloopt nu iets anders.
Statie 10: Jezus wordt ontkleed
De schrijfwijze is hier compacter dan in de meeste andere staties, vooral in de linkerhand tijdens de maten 1-10. Schrijnende dissonanten bepalen de duistere, onheilspellende sfeer. Maar in de laatste vier maten is er nog maar één stem, die zacht ons toespreekt.
Statie 11: Jezus wordt aan het Kruis geslagen
Deze dramatische statie barst wederom los in een heftig fortissimo. Het begin, dat de indruk wekt van cis klein, doet denken aan een vergelijkbare frase in de sonate: vier maten voor het eerste Recitativo. Aan het einde vormt een stille eenstemmige frase weer de brug naar de volgende statie waarvan de woorden Eli, Eli, Lama Sabachthani het begin vormen.
Statie 12: Jezus sterft aan het Kruis
In deze statie worden ook nog de Kruiswoorden Het is volbracht en Vader in uw handen beveel ik mijn geest verklankt. Aan het slot beluisteren we wederom een Luthers gezang: het prachtige O, Traurigkeit, o Herzeleid in een hoogst expressieve zetting, gevolgd door een verstild naspel.
Statie 13: Jezus wordt van het Kruis afgenomen
Na een deemoedige eenstemmige frase, klinkt voor het laatst een fragment uit het Stabat Mater. Hierna klinkt in zijn geheel nog eens de zo bijzondere vierde statie Jezus ontmoet zijn heilige moeder en het begin van de zesde statie, klinkend als een zinvolle terugblik.
Statie 14: Jezus wordt in het graf gelegd
Ook de muziek van deze statie staat in het teken van een terugblik. Eerst keert het Kruismotief terug, daarna eveneens de melodie van de Introductie maar nu met een andere tekst: Ave Crux, spes unica, Mundi salus et gloria, Reisque dona veniam, Amen. Als een sereen en troostrijk afscheid klinkt nog eens, gezongen door het koor en ondersteund door piano of orgel Ave Crux, Ave Crux.
Interpretatie van de Via Crucis
Uit bovenstaande zal duidelijk zijn geworden dat de vertolker van de Via Crucis uitgesproken vocaal ingesteld moet zijn. Een uitvoering voor piano- of orgelsolo is daarom bepaald geen gemakkelijke opgave. Als we ons nu beperken tot de versie voor pianosolo: de pianist moet in staat zijn op de piano nu eens de suggestie te wekken van een solozanger, die de stem van Pilatus en van Jezus weergeeft, dan weer de suggestie van een koor, soms daarvan alleen de mannenstemmen en soms alleen de vrouwenstemmen.
Ook de talrijke éénstemmige frasen doen een beroep op zijn voorstellingsvermogen en een daaraan aangepast rijk geschakeerd toucher. Uiteraard is dat een ronduit fascinerende opgave! Ook moet men beseffen dat Liszt iemand was met uitgesproken idealen zowel wat betreft de muziek, kunst in algemene zin en de (christelijke) religie in het bijzonder.
Kunst was voor Liszt – zeker in zijn latere jaren – onlosmakelijk verbonden aan het goddelijke. Zo schreef hij ooit: men kan wereldlijke en religieuze kunst niet van elkaar scheiden. Men moet slechts uitgaan van goddelijke kunst. In dit opzicht denkt en voelt de (latere) Liszt eigenlijk niet anders dan Bach!
Ook het ethische aspect was voor hem van levensbelang. Volgens Lina Ramann schreef Liszt ooit: De vorming van een kunstenaar verlangt vóór alles de groei van zijn mens zijn.. De vertolker van de Via Crucis zal dit alles ter harte moeten nemen. Bescheidenheid is een eerste voorwaarde. De boodschap is belangrijker dan de boodschapper. Hij zal zich bovendien volledig met die boodschap moeten vereenzelvigen.
Liszt: Via crucis (Partituur)
€ 29,50
Op bestelling. Levering gewoonlijk binnen 2-3 weken
- Telefonisch advies: 0342-419197
- 30 dagen bedenktijd en gratis retourneren
- Gratis verzending voor bestellingen boven €20,00
Artikelnummer: HAS-CV4017300
Categorieën: 4-Stemmig, Gemengd Koor, Partituur
Gewicht | 140 g |
---|---|
Componist | |
Periode | |
Genre | |
Uitgever | |
Arrangeur | Kohlhase, Thomas |
Series | |
Moeilijkheidsgraad |
ISBN | 9790007063771 |
---|---|
Jaar van kompositie | 1879 |
Werkindeling | S 53 |
Soort | Bladmuziek |
Uitgevers Nr 1 | 4017300 |
Uitgevers Nr 2 | CV 40.173/00 |
Taal | Latijn, Duits |
Pages | 36 |
Release Datum | 1978-01-01 |
Bindwijze | Soft-Cover/Paperbound |
Tijdsduur | 40:00 min |
Levertijd | Op bestelling. Levering gewoonlijk binnen 2-3 weken |
Instrument | SATB, Orgel |