Bach: Kantate BWV 105 Herr, gehe nicht ins Gericht mit deinem Knecht (Vocal Score)
Uitgever: Carus Verlag, Uitgeversnummer: CV31105/03. Dit is het pianouitreksel van de cantate BWV 105 gecomponeerd voor de Negende zondag na Trinitatis
Toelichting Kantate BWV 105
De strijkerspartijen zijn veelzeggend in deze cantate.
De bijzondere schuiftrompet steelt in deze cantate uit Bachs eerste jaar in Leipzig de show – een beetje onterecht. Juist de strijkers lijken in deze cantate de boodschap van de tekst nog eens extra te onderstrepen. Het valt niet meteen op, maar in de eerste helft van het openingskoor behouden alle vier de strijkerspartijen (deels gedubbeld door de hobo’s en de trompet) hun onafhankelijkheid van die van de zangers. Meestal ondersteunen de instrumenten in dit soort stukken zo nu en dan de vocale partijen. In deze cantate is het anders. Zelfs wanneer iedereen tegelijk zingt en speelt: de cello en contrabas spelen iets anders dan de bassen in het koor en ook de altviolen en de eerste en tweede violen zijn onafhankelijk van de tenoren, de alten en de sopranen.
In de sopraan-aria is de rol van de strijkers nog belangrijker. Bach laat hier het basso continuo, de continue bas, weg. Het continuo was in zijn tijd het fundament van het muzikale systeem. Ontbreekt dat, dan is er altijd iets bijzonders aan de hand. Het levert muziek zonder vaste grond onder de voeten op. De hobo klaagt, de violen beven en er is een wankel evenwicht. Alles balanceert op de smalle basis van de altviolen. De stabiliteit keert maar langzaam terug. In het recitatief voor de bas tokkelen de cello en contrabas alleen maar. Tegelijkertijd spinnen de andere strijkers een mysterieuze aura rond de zangstem, en die aura lijkt op een of andere manier meer lijkt te zeggen dan duizend woorden.<bron: allofbach.com – Nederlandse Bachvereniging