Mozart is zonder twijfel de meest populaire componist allertijden. Hij schreef opera’s, missen, symfonieën en nog vele andere muziek. Ook nu worden zijn composities nog steeds gespeeld.
Mozart kwam uit een erg muzikaal gezin. Zijn vader was componist en vioolleraar en zijn zus speelde goed piano. Mozart was een echt wonderkind. Hij kon al snel stukken spelen en zijn eerste werken componeerde hij toen hij nog een kleuter was. Ook had hij zijn eerste symfonieën al geschreven voordat hij tien was.
In 1763 begon de familie Mozart met een grand tour door Europa. Deze duurde meer dan drie jaar. Toen Mozart weer met zijn familie in Salzburg was werd hij benoemd tot concertmeester aan het hof van prins-aartsbisschop Colloredo. Maar deze functie begon hij steeds minder leuk te vinden. Hij componeerde in die tijd verscheidene symfonieën, vioolconcerten en korte missen. In 1777 schreef hij het Pianoconcert Nr.9 in Es, K271. Wat later ging Mozart naar Mannheim en Parijs. Maar in Parijs kon Mozart geen vaste baan vinden. Tijdens die tijd overleed zijn moeder omdat ze in een vuile en kille kamer verbleef en omdat ze zich eenzaam voelde.
Uiteindelijk ging Mozart naar Salzburg terug en werd weer hoforganist. Tijdens zijn tijd als hoforganist componeerde hij verscheidene stukken, waaronder zijn opera Idomeneo. In hetzelfde jaar dat zijn opera in première ging trad Mozart ook weer uit dienst van aartsbisschop Colloredo en ging naar Wenen. Daar verbleef hij bij de familie Weber en werd verliefd op Constanze met wie hij later zou gaan trouwen. Met Constanze kreeg Mozart in totaal zes kinderen, van wie er twee volwassen werden. Ook op muzikaal gebied ging het Mozart voor de wind. Hij schreef tijdens zijn tijd in Wenen verscheidene stukken en zijn werken werden gepubliceerd.
De opera van Mozart: Die Entführung aus dem Serail was een groot succes. Ook werkte hij samen met Lorenzo da Ponte, daar kwamen drie operawerken uit: Le Nozze di Figaro, Don Giovanni en Così fan tutte. In deze werken zag je de Verlichting terugkomen: vergeving en verzoening waren de kern.
In 1784 begon Mozart met het maken van een chronologische catalogus van zijn werk, die hij vanaf die tijd nauwkeurig bijhield. In 1787 kreeg Mozart van dubbelmonarch Jozef II de titel van königlich und kaiserlich of k.k. Kammerkompositeur. Dit betekende een statusverhoging en Mozart was erg blij met deze titel. Na deze benoeming componeerde Mozart veel stukken. Maar Mozart begon boven zijn stand te leven en zijn salaris was niet voldoende om zijn schulden te betalen. Daarnaast had hij een gokverslaving, die zijn schulden nog hoger maakte. In 1788 schreef hij zijn laatste drie symfonieën: nummers 39, 40 en 41. In 1789 en 1790 ging Mozart nog op een concerttournee door Duitsland, maar deze concerten leverden hem weinig geld op. Tijdens deze jaren componeerde hij nog wel de opera Così van tutte en het Klarinetkwintet.
1791, het jaar waarin Mozart stierf, was een van zijn meest productieve jaren van zijn leven. Hij kreeg in dit jaar grote opdrachten voor twee opera’s: La Clemenza di Tito en Die Zauberflöte. Daarnaast kreeg hij ook een opdracht voor een Requiem. Aan het eind van 1791 stierf Mozart, waarschijnlijk door reumatische koorts en/of nierfalen. Het Requiem bleef onvoltooid. Mozart werd begraven in een algemeen graf.
