Toont alle 6 resultaten

Ton de Leeuw (16 november 1926, Rotterdam) ontwikkelt zich tot één van de belangrijkste Nederlandse componisten van de 20ste eeuw. Zijn vroege inspiratiebronnen zijn Béla Bártòk en Willem Pijper. Na zijn staatsexamen piano, muziektheorie en muziekgeschiedenis richt De Leeuw tot in de jaren ’50 zijn aandacht op seriële muziek. Aangevuurd door zijn leerjaren bij Olivier Messiaen verdiept De Leeuw zich steeds meer in niet-Westerse muziek en later ook in elektronische muziek. Kenmerkend voor De Leeuws oeuvre is de benadering van oosterse muziekprincipes vanuit een westers perspectief, zonder een imitatie van Aziatische muziek af te leveren. Blokstructuren, herhaalde ritmische en melodische patronen en modaliteit zijn daarbij zijn belangrijkste bouwelementen, toegepast met een duidelijk streven naar evenwicht en harmonie. Vooral de vocale werken zijn representatief voor De Leeuws esthetiek. Behalve componist is De Leeuw docent, muziekregisseur bij de Nederlandse Radio Unie en publicist. Zijn boek ‘Muziek van de twintigste eeuw’ (Utrecht, Oosthoek) is in muziekkringen een bestseller. Tot zijn bekendste leerlingen behoren Jan Vriend, Jos Kunst, Joep Straesser, Bernard van Beurden, Jacques Bank, Daan Manneke, Tristan Keuris, Guus Janssen, Paul Termos, Chiel Meijering, Margriet Hoenderdos, Alex Manassen en Sinta Wullur.