Stainer: The Crucifixion
The Crucifixion is een Engelstalige passion van John Stainer (1840-1901). Het stuk is geschreven voor tenor en bas solo, gemengd koor en orgel. Stainer droeg het werk op aan zijn leerling en vriend W. Hodge, die dirigent was van een koor, bestaande uit 16 sopranen, 4 alten, vier tenoren en 4 bassen. De tekst van het werk, die het Bijbelse Lijdensverhaal op de voet volgt, zij het onderbroken met meditatieve en devote teksten, is samengesteld door de geestelijke W.J. Sparrow-Simpson.
John Stainer werd in 1840 geboren in Londen. Al vroeg bleek zijn muzikaliteit. Toen hij in 1847 koorknaap werd aan de St Paul’s kathedraal was hij al een verdienstelijk klavierspeler. Hij studeerde bij de meest vooraanstaande Engelse leraren en vorderde zo snel dat hij reeds in 1857 benoemd werd als organist aan St Michael’s College te Tenbury. (Tot de huidige dag bestaat de traditie om deze orgelpost te geven aan zeer jeugdige organisten) Vier jaar later vertrok hij naar Magdalen College te Oxford, terwijl hij bezig was met een studie aan St Edmunds Hall. Na zijn examen werd hij in 1872 benoemd als organist van de St Paul’s kathedraal waar hij ooit als koorknaap begonnen was. Zijn activiteiten voor vele instellingen op het gebied van zowel wereldlijke als geestelijke muziek waren veelomvattend. In 1888, het jaar waarin hij werd geridderd, noopte zijn slechte gezichtsvermogen hem, de functie als organist aan de St Paul op te geven. Een jaar later echter werd hij benoemd als professor in de muziek te Oxford. Zijn passie The Crucifixion schreef hij in 1887. Verder componeerde hij cantates, motetten, anthems en liederen. Samen met zijn zoon John en zijn dochter Cecie schreef hij studieboeken op het gebied van oude muziek. Stainer was een groot organist en een gevierd begeleider. Als een van de eersten maakte hij serieus werk van musicologisch onderzoek. John Stainer overleed in de lente van 1901 te Verona in Italië.
The Crucifixion
The Crucifixion begint op het moment, dat Jezus met zijn discipelen aankomt bij de hof van Gethsemane. De discipelen kunnen niet wakker blijven en betuigen hun spijt. Hierna volgen de arrestatie, het verhoor en de veroordeling tot de kruisdood. De tocht naar Golgotha wordt uitgebeeld in een mars, gespeeld op het orgel, gevolgd door het koordeel “Fling wide the Gates” (Open wijd de poorten). Dit deel eindigt met doffe, sombere tonen in een uitermate traag tempo. In het hierboven genoemde deel valt een contrast te beluisteren tussen de komende triomf over de dood en de vernedering van een kruisiging. Het koraal “Cross of Jesus” is een bespiegeling over Gods wonderbaarlijke gave in het sterven van Jezus en wordt gezongen na recitatieven, waarin verteld wordt over de feitelijke kruisiging en over de twee misdadigers die gelijktijdig met Jezus gekruisigd werden. Een prachtige aria voor tenor weerspiegelt weer het contrast tussen de vernedering van God en de glorie van de opstanding; bas en koor geven hierop respons met de overbekende woorden van Joh. 3:16 “God so loved the world” (want zo lief heeft God de wereld gehad). Na een meditatief duet voor tenor en bas, dat handelt over Christus’ liefde voor de mensen ondanks hetgeen Hem aangedaan is, volgen een lied van aanbidding, gevolgd door de woorden die Jezus spreekt tegen Zijn moeder en Zijn leerling Johannes en de woorden “Mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” De woorden Is it nothing to you zijn ontleend aan de Klaagliederen van Jeremia. Ze worden gezongen door bas en koor. Zij komen terug in het laatste koordeel From the Throne of His Cross. Het sterven van Jezus wordt verteld in een heel eenvoudig recitatief. The Crucifixion wordt afgesloten met een hymne: For the love of Jesus en een eenvoudig amen